Informatieve teksten
Hieronder vind je een aantal Nederlandstalige informatieve teksten voor kranten en magazines. Zowel de tekst als de fotografie voor deze artikelen is is afkomstig van Tekst en Plaat. Klik hier voor Engelstalige informatieve teksten.
De race om de kreeft
DE OOSTERSCHELDE OP MET VISSER JAN ZOETEWEIJ
Helemaal achterin de Yersekse Koningin Julianahaven ligt de YE-9, de boot van kreeftenvisser Jan Zoeteweij. Aan dek staan de kreeftenkorven enkele lagen hoog opgestapeld. Het robuuste vaartuig zonder opsmuk is helemaal toegerust voor zijn taak op de Oosterschelde. De boot is zoals zijn 44-jarige eigenaar: bonkig, type niet zeuren maar aanpakken en alles in het teken van de kreeftenvisserij.
Vandaag (6 maart 2018) is een bijzondere dag. Over anderhalf uur begint voor alle vissers op Oosterscheldekreeft de jaarlijkse race voor de beste stekjes op de vrije gronden. Een vergunning is voor deelname de allereerste vereiste. Het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit verleende er bijna 50.
Voor het startsein klinkt is er nog tijd voor een ontspannen praatje met een concurrent | © TekstEnPlaat.nl
Jan Zoeteweij wordt in de strijd bijgestaan door zijn zwager en vaste medewerker Sjaak Rommers en makker Rinus Krijger. Aan boord heerst een opgewekte spanning; de uitslag van de race bepaald in grote mate het vangstsucces van de vrije gronden voor het hele kreeftenseizoen. Zoeteweij heeft ook zijn eigen kreeftenvakken, visgronden waar alleen hij korven mag uitzetten, maar omdat hij als een van de weinigen volledig afhankelijk is van de kreeftenvangst vormen goede stekken op de vrije gronden een belangrijke aanvulling.
Achtervolging
De Zeeuwse kreeftenvissers mogen onder meer starten vanuit Zierikzee, Kats en Stavenisse. De YE-9 vertrekt vanuit Wemeldinge. Jan besluit nog even de locatie te verkennen waar hij zijn eerste lijn met korven wil leggen voordat hij zich naar de start begeeft. “Let op”, zegt hij met een glimlach. “Voor we ter plekke zijn, worden we opgeroepen.” Een halve kilometer verderop verlegt op dat moment een vaartuig van Rijkswaterstaat zijn koers en zet de achtervolging in. Een paar seconden later klinkt er inderdaad een oproep: “Zorg dat je op tijd binnen ligt.” Er verschijnt een kwajongensglimlach op het gezicht van de 44-jarige Yersekse visser. Hij legt uit: “Aan boord zit een opzichter. Die houdt in de gaten of alles volgens de regeltjes verloopt. Hij is vast bang dat ik nu al een lijn uitgooi.”
Een minuut nadat hij de toezichthouder gerust heeft gesteld, zet hij de motor in zijn vrij. Hij wijst naar een witte lijn op het basalten dijktalud: “Dat is de grens van mijn eigen kreeftenvak. Hier wil ik straks als eerste naartoe varen. Andere vissers moeten met hun korven sowieso 50 meter bij mijn vaste grond vandaan blijven.”
Na zijn inspectie stuurt hij zijn boot terug richting start. De toon wordt wat serieuzer: “Kreeftenvissers uit Yerseke kennen elkaar wel, maar we zijn ook gewoon concurrenten van elkaar.” Aangekomen op de startplek, treft hij zijn eerste rivaal, die is hier met de YE-8. Jan legt zijn boot langszij en maakt een ontspannen praatje. Van hevige competitiedrang lijkt (nog) geen sprake. Ze zijn de enigen die vanuit Wemeldinge vertrekken.
Goudkoorts
Met een lange stoot van de scheepshoorn begint klokslag 10:30 uur de race. De lichte YE-8wint meteen meters op de boot van Jan. Die laatste is veel zwaarder, maar eenmaal op gang loopt de YE-8 niet veel verder uit. Op het dek van Jans boot liggen op het oog ongeordend korven, lijnen en boeien. Toch zit er duidelijk een systeem in, door de hoeveelheid materiaal doet het alleen wat chaotisch aan. Er is geen tijd meer om te praten, nu moet er gewerkt worden. Nadat de eerste lijnen met kreeftenkorven onder het wateroppervlak zijn verdwenen, verschijnen er ineens meerdere snelle boten op het toneel. Deze racers zijn vertrokken uit een van de Thoolse haventjes aan de overkant van de Oosterschelde. Nadat ze daar hun eerste stekjes claimden, maakten ze een razendsnelle oversteek naar de vrije gronden langs de dijk tussen Wemeldinge en Kattendijke. Racen doe je voor de sport, maar dit heeft meer weg van goudkoorts; je inkomen hangt af van het aantal opgeëiste stekken en de kwaliteit daarvan, een serieuze zaak dus. Vanaf de dijk volgen familieleden en vrienden het spektakel.
Al snel blijkt dat niet iedereen zich aan de spelregels houdt: een snelle jongen gooit rondom de boot van Jan allemaal boeien uit en houdt daarbij niet de verplichte 50 meter in acht. Jan stoort zich aan deze onsportieve actie. Het idee achter de kreeftenrace is juist om iedere vergunninghouder een eerlijke kans te geven. Voorheen claimden sommige kreeftenvissers hun plekken namelijk al maanden van tevoren. Op zich is het dus een nobel systeem, maar het heeft ook zijn nadelen: de race lijkt te ontaarden in een wedloop tussen de mensen met de snelste boten. Jan is dus niet enthousiast over deze opzet. Gelukkig voor hem is de kreeftenrace voorlopig maar een twee jaar durende proef. Dit was het laatste jaar, nu volgt er een evaluatie. Maar volgens de kreeftenvisser ligt de basis van het probleem eigenlijk ergens anders: “Er zijn te veel vergunningen toegekend. Zo is het lastig om de kost te verdienen.”
De kreeft is terug
Vroeger was Jan Zoeteweij mosselvisser. Zijn vader had een mosselzaak en de kotter Ye-74, als kleine jongen ging Jan al mee aan boord. In 1991 stapte Jan in het kreeftenvissersvak. Voor velen was dat een onbegrijpelijke keuze, want gedurende de jaren ’80 was het aantal kreeften in de Oosterschelde drastisch afgenomen. “Maar ik had gezien dat de kreeft weer terugkwam en dat wist niet iedereen”, vertelt Jan glunderend. Hij kocht een bootje en kort daarop begon hij met de aankoop van eigen grond. Eind jaren ’90 had hij zijn zinnen gezet op een kreeftenvak bij Stavenisse, op anderhalf uur varen van Yerseke. “De eigenaar Rinus Scheele was al wat ouder en ik wilde zijn grond per se van hem overnemen. Elke avond om zeven uur belde ik hem op om te vragen of hij wilde verkopen. Toen hij in 1998 eindelijk overstag ging, waren er helaas meer kapers op de kust. Het ging per opbod en ik besloot iedere keer een rond bedrag te bieden plús twee gulden vijftig. Uiteindelijk was mijn bod het hoogste en bleken die paar extra centen de doorslag te hebben gegeven.”
Jan Zoeteweij bevestigt een tonnetje aan de lijn om de plaats van een kreeftenkorf te markeren | © TekstEnPlaat.nl
Aan het eind van de middag bevindt de Ye-9 zich op de boomkil, een stroomgeul grofweg tussen Yerseke en Strijenham op het Eiland Tholen. Hier heeft Jan ook een eigen kreeftenvak. Het is eb en op een zandbank die onder een dunne laag water staat, liggen drie zeehonden te luieren. Onder het waterige zonnetje is het niet moeilijk om in te zien waarom Jan dit werk zo graag doet. Ze volgen de bewegingen van de kotter, maar lijken zich er niet druk over te maken. De race is inmiddels gevaren en de rust is weergekeerd. Het dek is nu ook keurig opgeruimd want alle korven liggen op de bodem van de Oosterschelde. Binnenkort is er dus weer verse kreeft!
Snorren voor het goede doel
BROERS VERTELLEN EIGEN VERHAAL VOOR MEER OPENHEID RONDOM MANNELIJKE GEZONDHEID
De broers Nick (31) en Tom Wagenaar (33) en Toms zwager Rien Sinke (26) laten de hele maand november hun snor staan. En nee, dat is geen uit de hand gelopen weddenschap, maar een zeer serieuze zaak. Met hun actie willen ze aandacht vragen voor de gezondheid van de man. Ze vertellen hun bijzondere verhaal.
Vlnr: Zwager Rien Sinke en de broers Nick en Tom Wagenaar | © TekstEnPlaat.nl
Samen zitten ze op de bank: 3 op het oog gezonde jonge mannen in de kracht van hun leven. Maar schijn bedriegt. Nick is herstellende van een operatie eerder die week, nadat er voor de tweede maal teelbalkanker bij hem was geconstateerd. Hoe akelig is het om 2 keer te worden getroffen door zo’n ernstige ziekte? Het verhaal wordt nog heftiger…
Nicks broer Tom, die 2 jaar ouder is, weet precies wat Nick doormaakt. Ruim 10 jaar geleden trof hem namelijk hetzelfde lot. Puur en naargeestig toeval, want zover bekend zijn zij de enige broers in Nederland die dit allebei overkwam. “Ik was 22 jaar”, vertelt Tom. “Op die leeftijd ben je helemaal niet bezig met ziekten. Mede daardoor heb ik er veel te lang mee rondgelopen. Teelbalkanker kent 4 stadia, waarbij het laatste stadium ongeneeslijk is. Ik zat tegen het vierde aan, ik had zelfs al uitzaaiingen in mijn longen.”
Bespreekbaar maken
“Als het woord kanker al door jongeren in de mond wordt genomen, is dat helaas vaak als ongepaste krachtterm”, aldus Rien. “Ze beseffen de lading ervan niet, omdat het ze niet zelf is overkomen.” Dat is meteen de reden dat de broers met hun verhaal naar buiten treden, ze willen mannenziekten als teelbalkanker bespreekbaar maken. Tom: “Neem nou een ernstige vrouwenziekte als borstkanker. Als je ziet hoe de borstkankervereniging daarvoor aandacht en begrip heeft weten te werven, dan moet dat toch ook kunnen voor typische mannenziekten?”
Nick die laborant is bij het ADRZ denkt dat die onbekendheid deels aan de mannelijke mentaliteit ligt: “Ik werk in een omgeving met veel vrouwen. Zij vragen je veel makkelijker hoe het met je gaat. Mannen vinden dat lastiger, ze ervaren een drempel, want ze weten er niet mee om te gaan.” Het is voor mannen blijkbaar ook moeilijker om hun kwetsbaarheid te tonen. “Stoer doen en een biertje drinken is veel makkelijker”, aldus Rien. Volgens Tom moet een vader voor zijn zoon openheid creëren: "Het is gewoon een stukje voorlichting. Daarmee ben je er sneller bij als er echt iets mis is.” Dat hun actie daarnaast ook nog geld oplevert voor onderzoek, beschouwt hij als een mooie bijkomstigheid.
Snorren
De inmiddels wereldwijde Movember-actie is ooit in 2003 in Australië begonnen om aandacht te vragen voor de ziekten prostaatkanker en depressie bij mannen. Tegenwoordig is het uitgegroeid tot een wereldwijde campagne waarbij de hele mannelijke gezondheid centraal staat, met nadruk op aandoeningen als prostaat- en teelbalkanker. Movember is een samentrekking van de woorden 'moustache' en 'november'. De stichting vraagt mannen iedere november hun snor te laten staan om zo aandacht te vragen en fondsen te vergaren voor de gezondheid van de man.
Geluk
Aan het einde van het interview voegt zich een vierde persoon bij de mannen. Het is een meisje van nog geen jaar met stralend blauwe oogjes en een mooie rode haardos. Ze wil bij papa zitten. Behoedzaam pakt Nick zijn dochtertje Sterre over van zijn vrouw. De kussens op zijn schoot beschermen zijn herstellende lichaam tegen onverwachtse bewegingen van de kleine. “Dit is een heel erg belangrijke kant van ons verhaal”, zegt Nick. “Ik ben nu vader, maar dat is helemaal niet zo vanzelfsprekend. Chemokuren, bestralingen… Je vruchtbaarheid is zelfs na een goede afloop niet gegarandeerd.” Zijn broer Tom beaamt dat, maar: “Voor Sterre is er in januari gelukkig ook een neefje of een nichtje op komst”, meldt de trotse toekomstige vader.
Iedereen kan dit goede doel via deze drie Rillanders met behaarde bovenlippen steunen door te doneren op: https://moteam.co/bro-s-tnr?mc=1.
Wereldwijd en tóch dagvers
INNOVATIEVE LOGISTIEK LAAT IEDEREEN EXOTISCH GENIETEN
Wie Yerseke zegt, denkt aan mosselen en oesters. Maar de zee biedt nog veel meer lekkernijen. Le Petit Pêcheur heeft een dagvers assortiment van bijzondere schaal- en schelpdieren en is een relatief nieuwe speler in de sector.
“Op vakantie genieten mensen graag van lokale gerechten met zeevruchten zoals paella of spaghetti alle vongole ”, aldus Bart Heijnen, hoofd verkoop van Le Petit Pêcheur. “Eenmaal thuisgekomen, gaan ze - bij gebrek aan de juiste ingrediënten - weer terug aan de aardappelen. Dat hoeft nu niet meer, wij leveren het hele jaar door een breed assortiment van kakelverse exotische schelp- en schaaldieren.”
Dankzij Le Petit Pêcheur kan iedereen nu dus genieten van exotische zeevruchten. Dat klinkt eenvoudig, maar daar gaat een serieuze logistieke uitdaging aan vooraf. Het bedrijfspand van Le Petit Pêcheur is dan ook minder klein dan de naam doet vermoeden. In een grote hal bevinden zich 20 bassins met uiteenlopende schaal- en schelpdieren. Ze komen hier levend binnen en gaan ook levend naar de klant.
Verser dan vers
“De houdbaarheid van ons product is de beperkende factor bij het leveren aan onze klant. Juist daarom hebben we geïnvesteerd in een innovatief systeem dat die houdbaarheid verlengt”, vervolgt Heijnen. “Dankzij onze unieke mobiele verwater-units blijven onze schelp- en schaaldieren onderweg in leven. Op deze manier leveren we zelfs dagvers aan Canada en Azië en zo halen we natuurlijk ook onze waar op voor de lokale afzetmarkt.”
In Canada en Portugal maakt Le Petit Pêcheur ook gebruik van zeewaterbassins waar de levende have kan worden opgeslagen. Zij vormen voorraadbuffers die het hele logistieke proces, met hoofdlocatie Yerseke in het centrum, nog verder versterken.
“Er is een gunstige wisselwerking met andere bedrijven in Yerseke; zij hebben met producten van Le Petit Pêcheur hun aanbod uitgebreid. Bovendien werken we regelmatig samen op projectbasis, bijvoorbeeld met proeven voor oesterkweek op tafels.”
Liefde voor het product
Lopend tussen de bassins steekt de energieke Bart Heijnen zijn liefde voor het product niet onder stoelen of banken. Bij één bassin opent hij vakkundig een umami-oester die hij vervolgens laat proeven. Bij een ander vist hij voorzichtig een flinke langoustine op. De kreeftachtige ontspant volledig in Barts handen. Ook de grote spinkrabben wil hij even laten zien: “Deze krabben hebben misschien wat minder vlees in de poten, maar des te meer in de schaal.”
Toch is het bij Le petit Pêcheur niet allemaal exotisch wat de klok slaat, één bassin is bijvoorbeeld gereserveerd voor de noordzeekrab. In tegenstelling tot de spinkrab, is dit een robuuste jongen met stevige poten en indrukwekkende scharen. Ook de kokkels, een paar baden verderop, komen uit Nederlandse wateren.
Een stevige noordzeekrab | © TekstEnPlaat.nl
Uitgekiend
Oosterscheldewater is de levensader van Le Petit Pêcheur. Men hecht daarom veel belang aan het waarborgen van de natuurlijke waterkwaliteit. Heijnen: “We maken gebruik van een uitgekiend filtersysteem. Onze handelswaar bevindt zich daardoor in een permanente staat van quarantaine. Faunavervalsing in de Oosterschelde is daardoor uitgesloten. Klanten kunnen erop vertrouwen dat ze een bijzonder, gezond én eerlijk product op tafel zetten.”
Hulpdiensten demonstreren hun kunnen
Harde wind draagt bij aan spektakel op Banjaardstrand
Actie met KNRM-reddingsboot en maritieme NH90-helikopter van de Belgische krijgsmacht | © TekstEnPlaat.nl
Diverse hulpdiensten gaven afgelopen donderdagavond een uitgebreide demonstratie op het Banjaardstrand bij Kamperland. Samenwerking was daarbij het sleutelwoord. Het evenement werd gepresenteerd en georganiseerd door de Domburgse Reddingsbrigade.
De harde wind en hoge golven zorgden voor veel spektakel op het water en de honderden mensen op het strand leken daarvoor moeiteloos de striemende zandkorrels te trotseren. Het publiek dat zowel uit toeristen als uit Zeeuwen bestond, volgde met argusogen de actie op en boven het water.
Daarnaast werd de betekenis uitgelegd van de verschillende vlaggen die je zoal op het strand tegen kunt komen. Want naast het hoge amusementsgehalte van de demonstratie wil de Domburgse Reddingsbrigade zeker ook een boodschap overbrengen, het veiligheidsbesef aanwakkeren bij de strandgangers. “Je kunt het zelfs als een vorm van preventie zien”, aldus algemeen bestuurslid van de Domburgse Reddingsbrigade Myrthe Maranus. “Door mensen te informeren over bijvoorbeeld de betekenis van vlaggen en de gevaren van de zee voorkom je hachelijke situaties.”
Broodnodig
De Domburgse Reddingsbrigade wordt vaak in één adem genoemd met de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM). Toch zijn het twee verschillende organisaties. De KNRM is een landelijk opererende organisatie en heeft een station 3,5 km ten noorden van de Banjaard, op Neeltje Jans. Net als de KNRM bestaat de veel kleinere Domburgse Reddingsbrigade uit vrijwilligers. De organisatie is voor materiaal dus afhankelijk van donaties. Met de geldelijke bijdragen die voortkomen uit demonstraties zoals die van afgelopen donderdag wordt de kas weer wat aangevuld. En dat is broodnodig voor de aanschaf en het onderhoud van materiaal.
De Domburgse Reddingsbrigade tekent voor de bewaking van het drukbezochte Banjaardstrand. De 19-jarige Maranus benadrukt dat de veiligheid van de badgasten alleen kan worden gewaarborgd door nauwe samenwerking: “Iedere hulpdienst heeft zijn eigen specialiteit. Maar alleen door goed samen te werken, kunnen we echt iets betekenen. We oefenen daarom regelmatig met verschillende hulpverleningsorganisaties.”
Deze drenkeling is in de veilige handen van de Domburgse Reddingsbrigade | © TekstEnPlaat.nl
Te land, ter zee en in de lucht
In de demo kwam die coöperatie heel goed naar voren. Naast personeel en een hulpvoertuig van de organiserende partij waren er op het strand brandweer- en politievoertuigen aanwezig. Op het water voer een boot van de Domburgse Reddingsbrigade naast twee andere van de KNRM. Zelfs de maritieme NH90-helikopter van de Belgische krijgsmacht die deelnam aan de actie vertegenwoordigt een waardevolle partner voor de bewakers van het Banjaardstrand.
De motivatie en betrokkenheid van de Domburgse Reddingsbrigade is bijna tastbaar. Maranus: “Ik heb me ooit aangemeld bij de Domburgse Reddingsbrigade omdat ik iets wilde betekenen voor anderen. Binnen deze vereniging heeft iedereen diezelfde motivatie en iedereen doet het met plezier. We zijn vrijwilligers, dus geld is geen motief. Dat vind ik heel mooi.” Die betrokkenheid bij het wel en wee van de medemens trekt Myrthe Maranus ook door in haar studiekeuze; ze is eerstejaars student geneeskunde.
Meer taken
Dat een reddingsbrigade zich bezighoudt met de veiligheid van anderen is niet onlogisch te noemen. Minder voor de hand liggend is dat deze gemotiveerde vereniging ook beveiliging levert bij evenementen. Dit en meer informatie over de Domburgse Reddingsbrigade vindt u op www.domburgsereddingsbrigade.nl.
Stadsrechten terug in Arnemuiden
Historische acte is weer te bewonderen
Professor Peter Henderickx geeft aanwezigen uitleg bij de replica van de oorkonde | © TekstEnPlaat.nl
De oorkonde met de stadsrechten van Arnemuiden is sinds vorige week woensdag eindelijk terug waar hij hoort: in het oude stadhuis van die vissersplaats, waar tegenwoordig Museum Arnemuiden huist. Om precies te zijn gaat het om een niet van echt te onderscheiden duplicaat, maar namaak of niet: “Deze hoogwaardige replica is een waardevolle aanvulling voor het museum”, aldus bestuursvoorzitter Leen Schouls.
Met hoefgekletter nadert vanuit westelijke richting een heraut te paard. Bij ‘t Stadhuys heeft zich een kleine menigte verzameld. Daar overhandigt de staatse ruiter plechtig een lederen koerierstas aan een keurig geklede heer op het bordes... Dit leest misschien als een tafereel van ruim vier eeuwen geleden, toch was dit vorige week woensdag.
De heer in kwestie betrof Leen Schouls en in de aangeboden tas bevonden zich de stadsrechten van Arnemuiden. “Zo wordt geschiedenis weer nieuws”, aldus Schouls. “We stellen het stuk hier tentoon bij het schilderij van Willem van Oranje en dat is niet toevallig; de historische acte is namelijk ook afgebeeld in dat kunstwerk. De originele oorkonde bestaat nog en dat op zich is al erg bijzonder, omdat de stadsrechten van de meeste Zeeuwse steden de tand des tijds niet hebben doorstaan. Het oorspronkelijke document blijft veilig opgeborgen in het Zeeuws Archief.”
Revolutionair
Willem van Oranje kende Arnemuiden in 1574 stadsrechten toe, tot groot ongenoegen van het nabije Middelburg dat nog onder Spaans bewind was. Professor Peter Henderikx is autoriteit als het gaat over de Zeeuwse geschiedenis. Hij gaf in een presentatie toelichting op de erkenning van Arnemuiden als stad: “Het was in beginsel een revolutionaire daad van Oranje en de opstandige staten. Arnemuiden viel van oudsher onder bestuurlijk gezag van Middelburg en werd bewust klein gehouden om concurrentie te voorkomen. Met de stadsrechten voor Arnemuiden werd Spanje een hak gezet.”
Monnikenwerk
Volgens Peter Blom van het Zeeuws Archief is het namaken van de acte heel minutieus gedaan. Het gaat immers niet om een A4-tje dat je even onder een kopieerapparaat legt: “De originele oorkonde is op perkament geschreven. Hiervoor moet je dus eerst een koe of een geit villen, daarna moet je nog een gans plukken om de inkt aan te kunnen brengen en dan hebben we het nog niet eens over de complexiteit van het zegel.” Hij sprak zijn waardering uit voor het team dat het document zo zorgvuldig en levensecht wist te reproduceren.
Het museum
De replica van de oorkonde en het portret van de Vader des Vaderlands met de acte, geschilderd door de Antwerpse Daniël van den Queborn, is te bezichtigen in de oude raadzaal. Museum Arnemuiden is in het seizoen geopend op woensdag- en zaterdagmiddag.
Brabantse heli’s trainen in Hongarije
Toestellen wereldwijd en rond de klok inzetbaar
Vier Chinook-transporthelikopters en vijf Apache-gevechtshelikopters van Vliegbasis Gilze-Rijen oefenden deze week in Hongarije samen met landmachteenheden. “De oefening Saker Falcon is een zogenoemde ‘challenge’ voor ons”, aldus luitenant-kolonel vlieger Hans Alferink. “Dat is een soort NAVO-examen voor vliegers en daarvoor zijn we weer met vlag en wimpel geslaagd.”
Een Chinook-transporthelikopter van 298 Squadron zet de landing in | © TekstEnPlaat.nl
Twee Chinook-helikopters zetten in een snelle actie tientallen infanteristen van 11 Luchtmobiele Brigade aan de grond. Ze zijn er amper uitgesprongen of de indrukwekkende toestellen vervolgen hun snelle en lage vlucht weer. Uit beeld. Alleen het kenmerkende Chinook-geluid dat langzaam wegebt herinnert aan deze snelle ‘busstop’.
Ondertussen blijven twee zwaarbewapende Apache-gevechtshelikopters, die het luchtkonvooi escorteerden, in de buurt van de grondtroepen. De luchtmachtvliegers waken vanuit de lucht over hun landmachtcollega’s die zich nu door het terrein verplaatsen. Via de radio bieden de gevechtstoestellen met hun geavanceerde sensoren extra informatie over de vijandige omgeving en, als het nodig is, dan kunnen de militairen op de grond rekenen op een flinke dosis vuursteun.
Alferink: “Voor oefeningen op deze schaal gaan we eigenlijk altijd naar het buitenland. Nederlandse oefengebieden zijn daarvoor te klein en onze skills voor het gezamenlijk optreden moeten we toch regelmatig aanscherpen. Zo blijven we wereldwijd en rond de klok inzetbaar, zoals bijvoorbeeld in Mali.”
Extra voordeel
Oefeningen in het buitenland hebben als extra voordeel dat vlieggeluid wordt ‘geëxporteerd’ naar een ander land. “Het geluid dat we daar maken, kunnen we de inwoners van het dichtbevolkte Nederland besparen. We zijn ons daar erg van bewust. Dat neemt overigens niet weg dat we voor veel reguliere trainingen aangewezen blijven op de Nederlandse oefengebieden”, aldus de commandant.
De toestellen zijn gedurende Saker Falcon gestationeerd op het Hongaarse Papá Air Base. Vandaag treffen de laatste luchtmachters in het gebied hun voorbereidingen voor de terugreis morgen.
Hollands glorie
Nederlanders zijn op Papá Air Base geen onbekende verschijning; op de basis zijn meer dan 20 Nederlandse militairen gestationeerd bij de multinationale Heavy Airlift Wing. Zij zijn overwegend bemanningsleden van de grote militaire C-17 transportvliegtuigen die door een verbond van 12 lidstaten worden ingezet tijdens voor militaire operaties en humanitaire missies.
Krabbendijke herdenkt vliegtuigcrash
Stilstaan bij gesneuvelde geallieerde bemanning
Het Calvijn College in Krabbendijke organiseerde afgelopen vrijdag samen met de stichting Wings to Victory een herdenkingsceremonie voor de omgekomen bemanningsleden van een geallieerde bommenwerper. Het toestel boorde zich tijdens de Tweede Wereldoorlog in de Noorddijk, net buiten het dorp.
Een minuut stilte voor de gesneuvelde vliegtuigbemanning bij het monument aan de Noorddijk | © TekstEnPlaat.nl
In de nacht van 11 mei 1944 voert een Lancaster bommenwerper vanuit Engeland een bombardementsmissie uit. Nog voor het vliegtuig zijn doel heeft bereikt, wordt het onderschept door een Duitse nachtjager die is opgestegen vanaf Fliegerhorst Gilze-Rijen. Niet veel later stort het gehavende Britse toestel aan de noordkant van Krabbendijke neer. De explosie, grotendeels toe te schrijven aan de volledige bommenlast die nog aan boord was, slaat een zeven meter diepe krater over een oppervlakte van 50 bij 20 meter. De volledige bemanning laat daarbij het leven; zeven jonge mannen zullen nooit meer thuiskomen.
Monument
Vandaag wordt die plaats gemarkeerd door een monument en de gebeurtenis wordt jaarlijks herdacht door de leerlingen van de eerste klas VMBO van het Calvijn College. Die school adopteerde het monument in 2011. Een aantal scholieren schreef een gedicht dat ze voordroegen bij het monument. Niels van Beveren, die zelf ook een gedicht voorlas, geeft aan dat er in de aanloop al uitgebreid aandacht voor de herdenking was: “Onze geschiedenisleraar heeft veel verteld over deze gebeurtenis. Verder zijn we ook bezig geweest met het ontwerpen van een nieuw monument.”
Niels van Beveren is een van de leerlingen die een zelfgeschreven bericht voordraagt | © TekstEnPlaat.nl
Geschiedenisleraar Robbert van Poortvliet is een van de initiatiefnemers van de herdenking: “Op termijn willen we het uiterlijk van het monument aanpassen of vervangen; het is goed om regelmatig stil te staan bij tijden waarin vrijheid niet zo vanzelfsprekend was. Een monument maakt dat verleden tastbaar. Het feit dat er nog oudere mensen zijn die uit eigen ervaring kunnen vertellen hoe ze de vliegtuigcrash, of de oorlog in het algemeen hebben beleefd, plaatst het voor de jongeren in een duidelijk perspectief.”
Nooit vergeten
Toch vindt van Poortvliet het belangrijk om te benadrukken dat er ruimte moet zijn voor nuance: “Het sneuvelen van deze bemanningsleden, die streden voor onze vrijheid, is verschrikkelijk. Maar de leerlingen moeten ook beseffen dat er twee kanten aan dit verhaal zitten; bij geallieerde bombardementen zijn er ook veel onschuldige burgers omgekomen. Oorlog kent vooral verliezers, ook dat moeten we nooit vergeten.”
Stilte
Ter nagedachtenis aan de omgekomen vliegtuigcrew hielden onder anderen Aart Walraven van Wings to Victory en wethouder Hans de Kunder van de gemeente Reimerswaal een toespraak. Bij het monument noemde krijgsmachtpredikant b.d. Freek Schippers de namen van de bemanningsleden, vervolgens blies een trompettist de last post en volgde een minuut stilte. Na de kranslegging plaatsten de leerlingen ieder een roos in een van de vazen met daarop de portretten van de omgekomen militairen.
De andere kant van Yerseke
Natuurgebied de Yerseke Moer
De naam Yerseke associeer je doorgaans niet met unieke binnendijkse natuur. Bij het mosseldorp denken de meesten eerder aan de Oosterschelde, het grootste nationale park van Nederland dat daar pal voor de deur ligt. Toch ligt er ook aan de andere kant van het dorp - zeg maar bij de achterdeur - een natuurgebied dat zeker de moeite van een wandeling of fietstochtje waard is.
De Yerseke Moer op een wintermorgen in vogelvlucht | © TekstEnPlaat.nl
Dit is de Yerseke Moer, door de eeuwen heen gevormd door zowel de natuur als de mens. 2000 jaar geleden lag hier een groot zoetwatermoeras dat regelmatig door de zee werd overspoeld. In de loop der eeuwen ontstonden schoreilanden op de plaats van het voormalige moeras en omstreeks 800 kwamen de eerste mensen in het plaatje, herders die hun schaapjes op het droge hielden op de hoger gelegen delen. Vanaf de 15eeeuw drukte mensen een nog veel groter stempel op het landschap door het toepassen van ‘moernering’: het winnen van zout uit veen. Het veen werd daarbij uitgegraven, gedroogd en vervolgens verbrand in een speciale oven. Door daarna aan de as opnieuw water toe te voegen en vervolgens uit te koken, bleef er zuiver zout over. Zeeland werd zelfs de zoutleverancier van Europa! Onbedoeld schiepen de veenstekers met hun grondwerkzaamheden een grillig landschap dat tegenwoordig een thuis is voor een groot aantal plant- en diersoorten. Het hoge zoutgehalte in de Yerseke Moer zorgt daarbij voor een bijzondere samenstelling van die natuur.
De vier jaargetijden
“Het maakt niet uit in welk jaargetijde je er komt, in de Yerseke Moer is altijd wel iets moois te zien”, vertelt Bram Tissink, vrijwilliger bij het Zeeuwse Landschap en gids in het gebied. “In de lente kun je er onder meer genieten van de zingende veldleeuwerik, de baltsende weidevogels en de bloemenpracht op de akkertjes en langs de bermen. In het najaar strijken er weer ganzen en smienten neer op de hollebollige weilanden en in de kronkelige sloten.”
In juni waan je je in de Yerseke Moer in een schilderij van Monet | © TekstEnPlaat.nl
Dit bijzondere natuurgebied is ook een bolwerk voor de grutto, een weidevogel die in heel Europa ernstig wordt bedreigd. Hoewel de kans best groot is dat je deze vogel tijdens een voorjaarsbezoek aan de Yerseke Moer tegenkomt, liep de gruttopopulatie in 2015 toch een deukje op. De vos deed zijn intrede, maar ja, ook dat is natuur.
Tissink: “Om de schade door de vos te beperken, is in eerste instantie op diverse plaatsen in en rond de Yerseke Moer overtollig riet en struweel weggehaald en tevens is het gebied natter gemaakt zodat ‘Reintje’ zich er aanmerkelijk minder thuis voelt. Bovendien zijn rond belangrijke broedplaatsen schrikdraadrasters geplaatst”.
Fietsen en wandelen
Het natuurgebied wordt begrensd door Yerseke in het oosten, de spoordijk (Bergen op Zoom / Vlissingen) in het zuiden, het Kanaal door Zuid-Beveland in het westen en de Oosterscheldedijk in het noorden. Het beslaat zo’n 400 hectare. Vanaf de openbare weg is de natuur van de Yerseke Moer prima te bekijken; op beddingen van voormalige kreken slingeren nu smalle weggetjes waar fietsers en wandelaars naar hartenlust kunnen genieten van de natuur. In de periode van 1 juli tot 1 november is Natuurpad Yerseke Moer opengesteld, waardoor door een deel van de weiden gewandeld kan worden. Wil je de Yerseke Moer nog beter leren kennen? Reserveer dan een plekje bij een van de rondleidingen van Het Zeeuwse Landschap (www.hetzeeuwselandschap.nl), een echte aanrader!
Brandganzen in de Yerseke Moer | © TekstEnPlaat.nl