Blogs

Schrijven en fotograferen zijn mijn passies. Ik doe dat nog steeds graag op eigen initiatief. Hieronder vind je een paar van mijn korte stukjes. De foto's zijn ook van mijn hand, behalve de foto bij 'Fake news en lege stranden'.


Zwanenzang van een heggenmus

Eerder gepubliceerd in Groei & Bloei, februari 2015

Door mijn dochters regelmatig te wijzen op de mooie dingen in onze tuin, hoop ik ze een stukje bewustzijn mee te geven. “Ja, Moeder Natuur heeft het mooi voor elkaar, de gewetenloos rovende mens maakt er alleen zo’n puinhoop van”, luidt mijn devies en ik weet dit meestal aardig vol te houden.

Toegegeven, soms kom ik mezelf tegen tijdens het onderhoud aan mijn onbespoten tuin. Woekerende akkerwinde weet bijvoorbeeld mijn humeur nogal eens te kenteren. Voor een natuurlijke tuin die toch klassiek oogt, moet je keihard werken. Edoch, het resultaat mag er zijn. Vanaf april is onze achterdeur vaker open dan dicht. Ons woonkameroppervlak wordt daardoor vertienvoudigd. We leven vanaf dat moment echt in de tuin, in onze eigen natuur.

 

Genieten
Ik ben erg in mijn nopjes met de kruiden, de hommels, de fruitboompjes, de knalgele dotterbloemen, de pimpelmezen die de koolmezen het leven zuur maken, de salamanders, de egels en mijn composthoop. Mijn dochters zijn vooral weg van de lieveheersbeestjes die mijn tuin bevolken. Veel van die stippeltorretjes hebben al meerdere malen de binnenkant van een jampotje gezien. Sterker nog, ze zoeken al dekking als ze onze meiden zien. Genieten dus.

Op een avond zaten we heerlijk na te tafelen onder het makelaartje dat onze dakpunt versiert. Meestal claimt een  merelman met veteranenstatus deze vorstelijke zangpost, maar deze avond had een heggenmusje het lef om zijn hegemonie te tarten. Hij steek neer voor een ballade, een sublieme afsluiter voor ons avondmaal. Ik wees mijn oudste dochter op de kleine zingende vogel. Als betoverd keek mijn vijfjarige telg naar het dappere tenortje dat theatraal poseerde op het dakornament.

Idylle
Wat er toen volgde, deed mij verstarren. Terwijl onze José Carreras nietsvermoedend zijn zilveren lied zong, naderde er met grote snelheid een schaduw over de nok van het dak. Midden in een strofe werd het zangertje van de makelaar geplukt door een sperwervrouw met stealth-eigenschappen. Het idyllische moment sloeg abrupt om in een gruwelijke moordscène.

Hier zong ooit een heggenmus | © TekstEnPlaat.nl

Meestal kan ik de doeltreffendheid van natuurlijke rovers wel waarderen, maar hier werd een persoontje vermoord. Sprakeloos was ik toen het geklauwde beest met haar buit uit beeld verdween. Mijn dochters betovering was omgeslagen in ontsteltenis en niet veel later kwamen de tranen. Ik zocht naar woorden en terwijl ik haar een troostende knuffel gaf, zei ik: “Tja, schat… da’s de natuur, hè!”


Stille nacht

Woensdag 14 december 2016

Na een avondje gourmetten besloten we de tuindeuren open te zetten om door te luchten. De vrieslucht maakte korte metten met de walm van geschroeid vlees die in onze woonkamer hing. De open deuren hadden onbedoeld een welkome indruk gewekt bij een toevallige passant. Laten we hem Jerry noemen.

 

Piep zei de muis… En niet alleen in het voorhuis. De kleine rakker wist binnen de kortste keren feilloos te navigeren via een uitgebreid wegennet achter gipsen voorzetwanden en onder houten vloeren. ’s Avonds hield hij mijn dochter wakker op de bovenverdieping en ’s nachts deed hij zich tegoed aan de walnoten uit de schaal in de woonkamer. Daar kwamen we trouwens pas achter toen we de lege notendoppen vonden bij de spleet achter de schouw.

Meningen over muizen verschillen nogal, maar ik dicht deze knaagdiertjes een aantal prijzenswaardige eigenschappen toe. Het zijn pientere wezentjes, ze zijn erg inventief en maken het beste van wat er op hun pad komt. Net als mensen houden ze van een droog en warm onderkomen en net als mensen migreren ze naar plekken waar het beter toeven is. Geef ze eens ongelijk.

 

Vrede op aarde
Wij mensen achten ons meestal superieur aan andere wezens en soms zelfs aan medemensen, terwijl we verre van volmaakt zijn. Vaak ontberen we bijvoorbeeld het vermogen, of het geduld, om een conflict geweldloos op te lossen. Dat is niet zo’n mooie eigenschap, zeker niet in het licht van de Kerst.

 

Een Chinese filosoof sprak ooit de wijze woorden: “Pas als er een mug op je testikels landt, besef je dat je problemen ook geweldloos kunt oplossen.” Met andere woorden: we overwegen pas vreedzame oplossingen als er risico’s kleven aan een brute aanpak. We verkiezen de dialoog pas wanneer onze opponent groter en sterker is dan wijzelf, of wanneer er een behoorlijke straf op geweld staat én de kans aanzienlijk is dat je wordt gesnapt.

 

Verschijning
In de meeste andere gevallen kiezen we liever voor de makkelijke weg. Ikzelf houd daar natuurlijk niet zo van, al koesterde ik stiekem wel de hoop dat onze sukkelige kater Pieter het muizenprobleem voor me zou oplossen. Die hoop liet ik meteen varen op het moment dat de illustere insluiper verscheen onder het TV-meubel.

 

In het schemerdonker bewoog hij zich geruisloos, maar watervlug naar de schouw. Ik sprong op en riep: “Daar gaat ie!” Mijn vrouw trok onwillekeurig haar voeten van de grond, gevolgd door een angstig “Waar?” En Pieter, die zoals zo vaak op mijn buik lag te slapen, keek mij alleen geïrriteerd aan, anticiperend op het moment dat hij zijn warme plekje opnieuw kon claimen. Tegen de tijd dat ik naast de schouw stond, zat die kleine knager al lang en breed achter de gipswand, op zijn eigen sofaatje voor zijn eigen televisietje.

 

Geen partij
Onze lieve maar lompe kater is dus geen partij voor een muis. Ik moest het dus zelf doen en, geloof me, ik heb echt nog overwogen om hem levend te vangen. Maar ja, dan moest ik eerst helemaal naar de winkel om zo’n levend vangende val en dat kost dan al gauw een tientje. Daarom besloot ik het gif te gebruiken dat ik nog had staan. Ik kon ook zo’n gruwelijke muizenguillotine van mijn schoonvader lenen, met als gevolg confronterende bloederige taferelen onder de kerstsokken. Nee, dan heb ik liever dat het beestje ergens buiten mijn zicht crepeert. Dat voelt toch gemakkelijker.

 

Zaterdagochtend was het zover. Wij zaten in de voorkamer aan de thee toen het ritselde in de achterkamer. Op mijn tenen begaf ik me naar het kacheltje waarachter zich het doosje met de vergiftigde graankorrels bevond. Het geritsel in het doosje verstomde, Jerry had me in de smiezen. Heel voorzichtig en muisstil stak hij zijn snuitje naar buiten. Twee prachtige kraaloogjes keken mij aan. Verbeeldde ik het me, of was er echt een moment van herkenning, een klik? 

 

Onze kleine vriend vluchtte meteen na dat oogcontact naar veiligheid. Ik besefte dat zijn dagen waren geteld; de graankorrels waren allemaal verorberd. Jerry bekocht een verkeerde inschatting met de dood. De open tuindeuren waren uiteindelijk helemaal geen gastvrije uitnodiging en het warme huis bleek een dodelijke val. Goed, er valt natuurlijk over te discussiëren of ik het chic heb aangepakt, maar mijn probleem is opgelost.

 

Nu is het ‘s nachts weer stil in huis. Geen geritsel en geen gerommel meer. Het enige dat er nu nog knaagt, is mijn geweten.


Fake news en lege stranden

Zondag 5 augustus 2018

Strandgangers in Hansweert | Foto door een anonieme badgast (dus niet van Tekst en Plaat)

Wat een knap staaltje journalistiek van PZC-verslaggever Willem Adriaansens! Hij weet uit één enkele persoonlijke waarneming én een citaat van een paar anonieme fietsers een compleet artikel te persen. Respect! Het is me alleen nog niet helemaal duidelijk wat hij daar nou precies mee wil zeggen…

 

Waar blijven de strandgangers in Hansweert?”, kopt de PZC. Nou ja, nu ben ik er daar een van en, sorry dat ik nu even thuis ben, maar ik kom gemiddeld eens in de twee dagen op ons strandje. Mijn jongste dochter komt er zelfs dagelijks nu het vakantie is. Net als de meeste andere badgasten (die zijn er echt!) verpozen we daar met veel plezier. Ik durf dus wel te stellen dat ik statistisch een beter onderbouwd beeld heb van het aantal bezoekers dan PZC-meneer Adriaansens; er wordt namelijk wél volop gebruik gemaakt van Playa Hansweert. Wellicht minder dan van de Copacabana en misschien hadden de Hansweertse badgasten zich even verstopt toen onze correspondent poolshoogte kwam nemen, maar toch.

 

Bladvulling

Adriaansens haalt in zijn journalistieke hoogstandje ook nog maar eens het strandje van Wemeldinge aan: ‘waar het op hetzelfde tijdstip véél drukker is’. Gek genoeg bevestigt hij daarna meteen de stompzinnigheid van zijn eigen vergelijking door te melden dat het grotere Oosterscheldedorp met zijn toeristen toch wel andere koek is. Duh! Maar hé, er staan zo wel weer wat extra zinnen in het nietszeggende stukje. Bladvulling, zeg ik.

 

Een strand en een krant (ik voel een gedicht opkomen) hebben wel wat gemeen. Zo zijn er soms badgasten en soms niet, zoals er soms nieuws is en soms niet. Maar er is ook een groot verschil: een strand vul je niet met badgasten als die er even niet zijn, maar een krant vul je blijkbaar wel met ‘nieuws’ als dat er niet is. Dat doen ze tenminste bij de PZC. 

 

Vileine ondertoon
Kijk, ik snap best wel dat komkommertijd geen makkelijke periode is voor een krant, maar laten we alsjeblieft ons koppie erbij houden. Artikeltjes als dit doen nogal wat afbreuk aan een ooit zo gerenommeerd dagblad als de PZC. Of moet ik zeggen ‘het AD met een ander stickertje’? Dat bedoel ik nou, die vileine ondertoon, da’s toch niet leuk?

 

Meneer Adriaansens, doe eens een enquête (= een betrouwbaar middel in de onderzoeksjournalistiek, red.) in Hansweert. Ik denk dat de conclusie daarvan behoorlijk zal contrasteren met de lijn en toon van uw artikel. Het heeft heel lang geduurd voor hier eindelijk een strandje werd aangelegd en de mensen die ik erover spreek zijn nu overwegend enthousiast over die nieuwe aanwinst. Dan is het best jammer dat een slecht gefundeerd stukje de Answestenaren een beetje afgeschilderd als ondankbare honden, nietwaar? 

 

Beste meneer Adriaansens, laten we afspreken dat al dat nepnieuws met dat onnodige venijn vanaf nu af aan kwamkwammertijd is, oké? Dan beloof ik u plechtig dat we hier voor uw badhanddoek altijd een plaatsje vrijhouden op ons doorgaans overvolle strand.


Op de rand van het nest

Dinsdag 15 november 2016

Heeft u het roer wel eens helemaal omgegooid? Hunkerend om die lang gekoesterde droom waar te maken? Ik zit middenin zo’n ‘proces’, of laten we het bij beeldspraak houden: ik hang nu met mijn volle gewicht aan de helmstok en ben mijn koers aan het verleggen. En ik moet zeggen: da’s best spannend!

 

Mijn besluit kwam niet van de ene op de andere dag. Voordelen en nadelen heb ik eindeloos tegen elkaar afgewogen. Maar daarna moet je wel kiezen. Wordt het de veilige warmte van het oude nest, of ga je hup, op de vlerken om je horizon te verbreden? Kies je voor dat laatste dan bestaat het risico dat je een enorme smak maakt.

 

Op dit moment sta ik nog met één been in een organisatie die aanvoelt als zo’n warm nest. Samen met mijn collega’s heb ik de afgelopen 20 jaar erg veel meegemaakt. Ik weet dat ik hun kameraadschap enorm ga missen, maar nesten hoor je nu eenmaal te ontgroeien. Zodoende staat mijn andere been ondertussen in de wereld van het zelfstandig ondernemen.

 

Avontuur
Ik vind mezelf redelijk bereisd, maar ervaar het toch als een avontuur om die stap te zetten, want hoe weet je of je klaar voor zoiets bent? Wanneer is je keuze een weloverwogen besluit? Daarvoor is wilskracht en inzicht nodig, maar bovenal zelfvertrouwen.

 

Nu zit het met die wilskracht en dat inzicht wel goed; ik verlang rusteloos naar een nieuwe uitdaging en ik heb mijzelf al jarenlang bewezen als communicatie professional, redacteur en fotograaf. Ik blijf dat werk ook als zelfstandige doen, dus ik zie niet in waarom ik niet zou slagen. Hieruit mag u meteen concluderen dat het me ook niet aan zelfvertrouwen ontbreekt… toch?

 

Maar serieus, het blijft spannend en daarom hoop ik dat u mijn eerste vlucht een beetje versoepelt. Dus deel deze post, bezoek mijn websitevolg melike me, zegt het voort en wie weet kunnen wij nog hele mooie dingen voor elkaar gaan betekenen. Ik ben klaar voor de sprong!


Souvenir

Woensdag 7 juni 2017

Met de vakantie voor de deur is het langzaamaan weer tijd om de zon op je gezicht te voelen en alle werkstress van je af te laten vallen. Wie hard werkt, mag immers ook hard ontspannen. En - zonder dollen - als ik mijn best doe, blink ik daar echt in uit. Helaas vergeet ik in volledig ontspannen toestand vaak een souvenirtje mee te nemen voor degene die op de kat en de planten heeft gepast. Noem me zelfzuchtig, maar in de vakantiemodus ben ik gewoon niet zo met achterblijvers bezig. Gelukkig biedt een laatste reisstop bij een goed gesorteerd tankstation vaak uitkomst. Ik verbaas me er iedere keer weer over wat daar allemaal te koop is.

 

Parels
Vroeger stond ik wél af en toe stil bij het hardwerkende thuisfront. Zo kwamen we ooit terug van een vakantieadres in Zuid-Frankrijk. We hadden een tussenstop gepland in het legendarische wijngebied Châteauneuf-du-Pape om een paar mooie flessen wijn te scoren. Na een uitgebreide dégustation besloten we een selectie bewaarwijnen uit de beste wijnjaren mee te nemen. Pareltjes voor de speciale momenten, zeg maar. En een daarvan was een presentje voor mijn vader.

 

Hij was er blij mee, maar mijn pa is eigenlijk blij met alles. Had ik hem een sleutelhanger van de Eiffeltoren gegeven, dan was hij daarmee ook in zijn nopjes geweest. Bij souvenirs gaat het toch vooral om het idee. Niet lang daarna begon ik wel te twijfelen of ik er goed aan had gedaan om juist hem die fles te geven. Mijn vader is namelijk geen echte wijndrinker, sterker nog: hij is verre van bourgondisch ingesteld. Het spreekwoord ‘parels voor de zwijnen’ borrelde bij me op. Al wil ik die vergelijking natuurlijk niet te letterlijk doortrekken.

 

Jaren lag die fles daar maar, onder de televisie in zijn woonkamer. Niet echt een ideale plek voor een bewaarwijn. En iedere keer als ik bij mijn pa over de vloer kwam, keek ik wat meewarig naar die arme Châteauneuf-du-Pape. Toch kon ik het niet over mijn hart krijgen om het souvenir terug te claimen, tot die bewuste zondag in december… Op stoute schoenen wilde ik mijn vader voorstellen om zijn klassewijn tegen 8 flessen Spätlese te ruilen. Die goedkope witte wijn wist hij namelijk wel te waarderen.

 

Met dat voornemen dreef mijn blik tijdens de koffie zoals gebruikelijk af naar het wijnrekje onder mijn vaders tv. Maar mijn Châteauneuf-du-Pape was nergens meer te bekennen. In een staat van lichte paniek vroeg ik mijn vader waar de fles was gebleven. Daarop antwoordde hij kalmweg: “Oh, ik had afgelopen week rode wijn nodig om mijn stoofpeertjes klaar te maken. Man, die waren lekker.” Nou, dat mag ik hopen, pa!


Het spiegeltje

Woensdag 19 april 2017

Af en toe kruist er iemand je pad die je achteraf gezien misschien nooit had willen ontmoeten. Je weet wel, van die mensen die zich anders voordoen dan ze daadwerkelijk zijn. Mensen die je zwaar teleur gaan stellen.

 

De laatste keer dat me dit overkwam, voelde als een mokerslag. Mijn verkeerd belegde vertrouwen had een nogal negatieve uitwerking op mijn gemoedstoestand, zeg maar. Ik was ik ziedend. Gelukkig maak ik van mijn hart meestal geen moordkuil, dus confronteerde ik de man/vrouw (dát laat ik lekker in het midden) met mijn ongenoegen. Ik kan je zeggen: op dat moment was dat erg bevredigend.

 

Cadeautje

Weken later begon het toch weer aan me te knagen. Ik probeerde het achterbakse gedrag van de betreffende persoon keer op keer te verklaren. Dat kon ik niet, dus ik dacht eindeloos in cirkeltjes. Voor mij was het werkelijk onbegrijpelijk hoe iemand die jij vertrouwt, jouw vertrouwen zo kan misbruiken. Misschien is het vreemd dat ik besloot om juist deze persoon een cadeautje te geven. Ik kocht een spiegeltje en schreef op het glas met watervaste stift ‘Voor een stukje zelfreflectie’. Al had de opmerking ‘Kun jij jezelf nog aankijken?’ eerst mijn voorkeur. Maar dat is natuurlijk weinig opbouwend.

Creatief met zelfreflectie | © TekstEnPlaat.nl

Dat presentje was een strakke actie; ik was weer even blij met mezelf. Voordat ik het spiegeltje omwikkelde met een mooi cadeaupapiertje, keek ik er nog even zelfvoldaan in. ‘Voor een stukje zelfreflectie’, las ik hardop. Op dat moment realiseerde ik me weer dat niet iedereen dezelfde normen en waarden heeft als ik. Daar kan ik me heel erg over blijven opwinden, maar dat is nutteloos.

 

Verwacht niks
En toch, mezelf kwaad maken, dat dééd ik en dat vrat aan me. Er moest iets in mij veranderen. Gelukkig kun je ook veranderen zonder je waarden en normen over boord te gooien. Je kunt je bijvoorbeeld wapenen tegen teleurstellingen door je verwachtingspatroon van anderen bij te stellen. Verwacht van hen niet de integriteit, het enthousiasme of wat je zelf dan ook belangrijk mag vinden. Je zult zien, dat schept meteen ruimte. Bovendien kruist er vanaf dat moment af en toe iemand je pad die je juist positief zal verrassen!

 

En het spiegeltje? Dat heb ik toch maar gehouden. Wie weet kan ik het zelf nog gebruiken.